Reactie De Jonge Akademie op UNL-richtlijn protesten universiteiten

13-06-2024

In mei 2024 hebben de Universiteiten van Nederland (UNL) en de Vereniging Hogescholen (VH) een richtlijn voor protesten aan universiteiten en hogescholen gepubliceerd. Daarin geven ze een aantal uitgangspunten om te gebruiken bij protesten.

De Jonge Akademie maakt zich zorgen over de effecten van deze richtlijn. Hoewel daarin staat dat universiteiten het recht op betoging "van harte ondersteunen", creëert de richtlijn een chilling effect voor betogers. Bovendien ondermijnen de instellingen hiermee de geest van universiteiten: een vrijplaats voor discussie en debat. Universiteiten hebben een fundamentele verantwoordelijkheid om de vrijheid van meningsuiting, vereniging, vergadering en betoging te beschermen.

Wij roepen UNL op om deze richtlijn te herzien en vragen universiteitsbesturen om een kader te ontwikkelen dat de rechten van betogers beschermt en open, pluralistische dialoog bevordert. Een dergelijk kader moet:

  1. Duidelijk stellen dat het de rol van universiteiten is om het recht op demonstratie te beschermen
  2. Erkennen dat universiteiten plaatsen voor discussie en debat zijn
  3. Een proactieve aanpak vastleggen voor het faciliteren van de dialoog binnen de universitaire gemeenschap over complexe en omstreden onderwerpen

 

1. Bescherming van het recht op demonstratie

Het recht om te demonstreren is een fundamenteel recht dat een cruciale rol speelt in een pluralistische samenleving en de democratische rechtsstaat. Als zodanig is het ook vastgelegd in artikel 9 van de Nederlandse Grondwet en in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Vreedzaam demonstreren is in principe toegestaan, al is het recht op betoging niet absoluut en mag het soms beperkt worden. Daar moeten dan wel legitieme redenen voor zijn, zoals het beschermen van de volksgezondheid en het voorkomen van geweld of wanordelijkheden.

Beperkende maatregelen voorafgaand aan, tijdens en na afloop van protestacties zijn in principe een beperking van het demonstratierecht. Onder deze beperkingen vallen ook verplichte aanmelding vooraf, richtlijnen van instanties en het strafrechtelijk vervolgen van betogers. Van belang is wel dat de universiteiten dit grondrecht steeds zoveel mogelijk moeten beschermen en ook actief moeten faciliteren. Eventuele beperkingen moeten noodzakelijk en proportioneel zijn in relatie tot de specifieke omstandigheden van een geval. Daarbij moet een chilling effect zoveel mogelijk worden voorkomen. Disproportionele maatregelen kunnen er immers voor zorgen dat demonstranten in de toekomst geen gebruik (meer) durven te maken van hun demonstratierecht.

Universiteitsterreinen en -gebouwen zijn geen openbare plaats in juridische zin. Dat doet echter niets af aan de toepasselijkheid en het belang van het demonstratierecht. Integendeel - universiteiten moeten dit recht respecteren en waar mogelijk faciliteren. Er kunnen huisregels worden opgesteld, maar die dienen voldoende ruimte te laten om in te spelen op de unieke context van ieder protest. Ook mogen deze regels geen bemoeienis met demonstraties buiten het terrein van de universiteit legitimeren.

Bovendien is een universiteit niet zomaar een niet-openbare plaats. Door haar unieke rol als instelling waar leren en pluralistische dialoog centraal staan, mag er van haar verlangd worden dat zij op haar terreinen het recht tot betoging verdedigt en actief ondersteunt.

2. De universiteit als plaats van discussie en debat

In hun maatschappelijke rol moeten universiteiten niet alleen de samenleving voorzien van wetenschappelijke kennis maar ook dialoog faciliteren. Universiteiten hebben als institutioneel doel om proeftuinen van ideeën te zijn. Het zijn plaatsen waar ruimte is voor debat en beredeneerd verschil van mening, juist over controversiële en omstreden kwesties, zoals de huidige oorlog in Gaza.

Universiteitsbesturen hebben de verantwoordelijkheid om onpartijdig maar niet apolitiek te zijn. Protest, inclusief burgerlijke ongehoorzaamheid, is een vorm van openbaar doceren en leren, die alle betrokkenen - inclusief bestuurders - ertoe dwingt om zich te verdiepen in het perspectief en de argumenten van de ander.

Onze universiteiten zijn niet slechts instellingen die streven naar efficiëntie en het uitreiken van diploma's, maar bastions van leren. We leren studenten om kritisch te denken en zich bezig te houden met problemen uit het échte leven, evenals met institutionele macht. Universiteiten moeten deze processen voeden, faciliteren en beschermen. Ze hebben in dat opzicht een verantwoordelijkheid om te laten zien dat conflicten kunnen worden opgelost door overleg en debat in plaats van door geweld en dwang. Dit vereist terughoudendheid van het universiteitsbestuur bij het inschakelen van de politie op de campus om vreedzame protesten of bezettingen te beëindigen.

Het beperken of criminaliseren van protest maakt deelname hieraan voor een groot aantal mensen binnen onze gemeenschap te riskant. Dit kan ertoe leiden dat redelijke stemmen worden gemarginaliseerd, wat de escalatie van het conflict en geweld in de hand werkt. De perceptie van 'wij' versus 'zij' die hierdoor ontstaat, met het universiteitsbestuur aan de ene kant en studenten en medewerkers aan de andere kant, belemmert een inclusief en betekenisvol debat.

3. Een proactieve rol in het faciliteren van dialoog over complexe kwesties

Universiteiten zouden juist proactief kansen moeten creëren voor betekenisvolle dialoog, waarmee ze laten zien dat verschillen van mening en standpunten naast elkaar kunnen bestaan. Dit betekent dat debat tussen studenten, medewerkers en bestuurders moet worden omarmd en actief ondersteund; uiteindelijk zijn we samen de universiteit (zie ook dit pleidooi in NRC). In plaats van reactief beperkende regels op te stellen zou het universiteitsbestuur zich moeten bekommeren om de zorgen die leven onder medewerkers en studenten. Dit kan bijvoorbeeld door lezingen te faciliteren of studenten en medewerkers actief aan te moedigen debatten en andere activiteiten over omstreden onderwerpen te organiseren – maar ook door deel te nemen aan degelijke debatten, te luisteren en in te gaan op de argumenten en standpunten die naar voren worden gebracht.

Dit zorgt uiteindelijk voor een omgeving op universiteiten waar bestuur, medewerkers en studenten zich als gemeenschap inzetten rond omstreden kwesties en hier gezamenlijk proberen oplossingen voor te zoeken. Wij verwachten dat een dergelijke perspectiefwissel ook zal werken voor andere onderwerpen binnen en buiten de universiteiten. Universiteiten zijn unieke plaatsen waar meningsverschillen, discussie en dialoog kunnen floreren. Zij kunnen aantonen dat verschillende meningen naast elkaar kunnen bestaan en dat vreedzame dialoog over lastige en omstreden onderwerpen wel degelijk mogelijk is.

Oproep om pluralisme en het recht op demonstratie te beschermen

Uiteenlopende standpunten en politiek pluralisme zijn inherent aan liberaal-democratische systemen; zij zullen nooit verdwijnen en moeten niet als negatief worden gezien. Ze zouden juist moeten worden gevierd als het resultaat van sterke en veerkrachtige academische instellingen die dit principe hoog in het vaandel houden. Daarom roepen we onze universiteiten - bestuurders, medewerkers en studenten - op om hun rol als plaatsen van discussie en debat te blijven verdedigen, en daarbij actief het demonstratierecht te ondersteunen en een omgeving te creëren waarin uiteenlopende en botsende standpunten kunnen worden geuit en bediscussieerd. Dit is cruciaal om onze pluralistische samenleving en de democratische rechtstaat te beschermen.

Afbeeldingen

Contactgegevens 

De Jonge Akademie
Postbus 19121
1000 GC Amsterdam
Telefoon: 020 551 0867
E-mail: 
dja@knaw.nl

Ga naar contact

Over

De Jonge Akademie is een dynamisch en innovatief platform van onderzoekers uit verschillende disciplines met visie op wetenschap en wetenschapsbeleid.

Meer over De Jonge Akademie  > 

 

Cookie-instellingen