Dit stuk is op 13 november 2024 verschenen in de Volkskrant.
Als samenleving plukken we dagelijks de vruchten van de wetenschap: de Deltawerken die ons droog houden, de vaccins die voorkomen dat we ziek worden en de lesmethoden die onze kinderen slimmer maken. De wortels van de wetenschap zijn minder zichtbaar: promovendi, postdocs en universitair docenten. Deze jonge wetenschappers zijn de drijvende kracht achter talloze wetenschappelijke doorbraken en innovaties, en zijn onmisbaar in het universitair onderwijs. Maar ze worden ook het hardst getroffen door de aangekondigde bezuinigingen op hoger onderwijs en wetenschap.
Jonge wetenschappers extra hard geraakt
De bezuinigingen zijn ongekend: meer dan een miljard euro per jaar. Qua omvang staat dit gelijk aan de sluiting van een grote Nederlandse universiteit, of van twee of drie kleinere universiteiten. Terwijl andere Europese landen juist investeren in de wetenschap, zet Nederland het mes erin. Zowel de wetenschap als het bedrijfsleven heeft zich onlangs uitgesproken: de bezuinigingen schaden de kenniseconomie, innovatiekracht en welvaart van Nederland. Vooruitlopend op de bezuinigingen hebben meerdere universiteiten al aangekondigd om opleidingen te sluiten.
Jonge wetenschappers worden buitenproportioneel hard geraakt door de bezuinigingen. De startersbeurzen – bedoeld om hun onderzoek te bekostigen – worden geschrapt. Dit dwarsboomt niet alleen hun onderzoek, maar maakt hen ook afhankelijker van externe subsidies. En ook daar wordt ook flink op bezuinigd: onder andere bij het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap en de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek.
Het resultaat is dat jonge wetenschappers elkaar moeten beconcurreren om steeds schaarser wordende middelen. Daarnaast hebben veel jonge wetenschappers tijdelijke contracten, die vanwege de bezuinigingen vaak niet kunnen worden verlengd. Zo raken de collega’s die overblijven bedolven onder een groeiende werkdruk, wat ten koste gaat van de kwaliteit van hun onderzoek en onderwijs. Op deze manier worden jonge wetenschappers afgeworpen als dode schors, terwijl zij juist de voedende wortels van de wetenschap zijn.
Onmisbare expertise
De huidige maatregelen maken ook de bodem minder vruchtbaar. Naast de bezuinigingen, zorgt de nieuwe wetgeving er namelijk voor dat Nederlands de voertaal wordt aan universitaire bacheloropleidingen. Dit betekent niet alleen dat er minder studenten en wetenschappers naar Nederland zullen komen, maar ook dat internationale wetenschappers die hier werken hun heil elders zullen zoeken, terwijl zij onmisbare expertise en perspectieven inbrengen.
De twee winnaars van de Spinozapremie in 2023, de hoogste wetenschappelijke onderscheiding in Nederland, kwamen als jonge wetenschappers naar Nederland en doen hier baanbrekend onderzoek naar natuurbehoud, regeneratieve landbouw en klimaat. Hun onderzoek is niet alleen wetenschappelijk opzienbarend, maar voedt ook het onderwijs. Zonder een open en internationaal wetenschapssysteem kan de boom van de wetenschap niet groeien en zullen de wortels opdrogen.
Blijvende schade
Veel van de maatschappelijke en economische gevolgen van de bezuinigingen worden pas op termijn voelbaar. Daardoor kan dit kabinet de bezuinigingen ogenschijnlijk straffeloos uitvoeren. Maar de schade is blijvend: wetenschappelijk talent dat eenmaal vertrokken is, komt zelden of nooit meer terug. Wij roepen het kabinet, universiteitsbestuurders en de samenleving op om achter jonge wetenschappers te gaan staan en hen actief te ondersteunen: het is nu of nooit.
Zie de wetenschap voor wat het werkelijk is: een levende boom van kennis en talent. Als je in de wortels snijdt, lijken de gevolgen misschien in eerste instantie onzichtbaar, maar jaren later zien we ze wel: de boom stopt met bloeien, produceert geen vruchten meer en zal uiteindelijk omvallen. We moeten deze wortels beschermen, zodat ook toekomstige generaties de vruchten van goed onderwijs en onderzoek kunnen plukken en kunnen leven in een welvarende en weerbare samenleving.